Huishoudens en het MKB nemen steeds actiever deel aan het energiesysteem, meer dan 2 miljoen huizen hebben zonnepanelen en zo’n 120.000 Nederlanders zijn lid zijn van een energiecoöperatie. Ze worden hierbij gedreven door de wens om samen aan verduurzaming te werken en lokaal (zelf) opgewekte energie te gebruiken. Daarnaast spelen ook financiële voordelen een belangrijke rol. Het belang van een actieve rol van de consument wordt voor het gehele energiesysteem steeds groter, om problemen in het systeem zoals volle elek­triciteits­­netten te verlichten en het draagvlak voor verdere verduurzaming te vergroten. Deze actieve consumenten weten elkaar te vinden in energie­gemeenschappen. Energiegemeenschappen zouden door hun bijdrage aan efficiëntie en inclusiviteit een hoeksteen moeten vormen van het toekomstig energiesysteem. Om volledig hiervan te kunnen profiteren, zijn aanpassingen noodzakelijk in de wet- en regelgeving voor energiegemeenschappen, deze worden beschreven in dit verhaal. Met name rond energie delen en het leveren van flexibiliteit zijn belangrijke verbeteringen nodig.


De hoeksteen van een duurzaam energiesysteem

Energiegemeenschappen kunnen door onderling energie te delen en het leveren van flexibiliteit de energietransitie versnellen en inclusiever maken.

  • Energiegemeenschappen houden zich bezig met opwek, energie delen, samen investeren en sociale activiteiten. De actieve deelname van huishoudens, lokale overheden en MKB, en de kracht van gemeenschappelijke energieprojecten worden breed erkend en zijn een speerpunt in het Europe­se energiebeleid. Huishoudens en MKB, met en zonder investeringsmogelijk­heden, kunnen meedoen. Door vaste lage prijzen voor de zelfgeproduceerde energie worden de negatieve effecten van hoge en instabiele energieprijzen verminderd.
  • Energiegemeenschappen kunnen door lokale afstemming van vraag en aanbod van energie, de aanwezige netcapaciteit beter uitnutten en voorzien in een snellere inpassing van duurzame energiebronnen. Niet voor niets worden groepscontracten voor energyhubs op bedrijventerreinen sinds kort genoemd als oplossing voor de congestieproblematiek in Nederland. Door dit via energiegemeenschappen ook mogelijk te maken voor kleinere opwekkers en afnemers kunnen zij met hun gezamenlijke flexibiliteit congestieproblemen in de laag- en middenspanningsnetten beperken of zelfs voorkomen.
  • Energiegemeenschappen bieden de mogelijkheid om te profiteren van de energietransitie, zonder zonnepanelen of een thuisbatterij te moeten kopen. Daarmee vormen ze een alternatief voor de individualisering van het energiesysteem. Deze individualisering is een probleem, alleen de mensen die het zich kunnen veroorloven plukken de vruchten van de energietransitie. Na de afbouw van de salderingsregeling is het individueel achter de meter maximaliseren van de zelfcon­sump­tie van de eigen opwek het verdienmodel. Hiervan zullen consumenten met geld om een thuisbatterij te kopen profiteren, maar anderen niet. Energiegemeenschappen zijn een sociaal alternatief, en inclusief in de zin dat ook mensen zonder geld of ruimte voor een thuis­batterij mee kunnen doen. Bovendien kunnen investeringen dan beperkt worden, omdat een energiegemeenschap haar collectieve batterijcapaciteit efficiënter in kan zetten.
  • Door energie delen binnen energiegemeenschappen goed te registreren, blijft de gedeelde energie in beeld en kan verbonden worden aan belasting en (aangepaste) nettarieven. Dit in tegenstelling tot wat op individueel niveau gebeurt na afbouw van de salderingsregeling: zelf geconsumeerde energie wordt niet bemeterd en verdwijnt uit beeld.

Bovengenoemde punten zijn geen toekomstmuziek! In verschillende EU-landen gebeurt dit al. Onderzoek in opdracht van de EU heeft laten zien dat energie delen in energiegemeenschappen praktisch implementeerbaar is, dat er keuze is in varianten en dat het inpasbaar is als aanvulling op het bestaande marktmodel. Bestaande en nieuwe partijen in de energiemarkt kunnen helpen om energiegemeenschappen hun potentieel te laten realiseren. Om energiegemeenschappen te kickstarten wordt een faciliterende rol voor netbeheerders gezien, onder ander in registratie van gedeelde energie en door aangepaste tarieven voor energiegemeenschappen. Maar hiervoor moet wel een aantal punten in de wetgeving worden aangepast.


Wat is er nodig om dit te realiseren?

Met een vijftal aanpassingen in (voorgestelde) wet- en regelgeving kan van energiegemeenschappen een succes worden gemaakt, zowel voor huishoudens als voor het MKB.

Energie delen heeft heldere definities nodig en een brede toepasbaarheid

Energie delen draait om het onderling uitwisselen van energie. Wij zien twee manieren van energie uitwisselen:
  1. Een verdeling achteraf van de opwek van een productie-installatie (privé of gemeenschappelijk).
  2. Een directe transactie tussen producenten en afnemers die via de energiemarkt(en) verloopt (zoals ‘peer-to-peer handel’). 

De eerste variant ontbreekt nog in de concept-Energiewet en de tweede variant volgt grotendeels de regeling van ‘leveren’. Voor energiegemeenschappen is het van belang dat er heldere werkbare definities komen van beide varianten, deze moeten in de wet vastgelegd worden. Dit kan in stappen, zodat niet direct alle denkbare subvarianten mogelijk gemaakt moeten worden. Voor beide varianten is het gewenst dat deze zo breed mogelijk ingezet kunnen worden. Hiervoor is het noodzakelijk dat dit onafhankelijk is van met welke marktpartij iemand reeds een contract heeft. Dit kan als verplichting in de energiewet geïntroduceerd worden door een onafhankelijke partij zoals de netbeheerder hier een wettelijke taak te geven en de registratie van gedeelde energie te laten verzorgen.

Flexibel vermogen moet laagdrempelig aangeboden kunnen worden

Energiegemeenschappen zouden niet geremd moeten worden door toetredingsdrempels en voorafgaande toestemming van andere marktpartijen. Toetredingsregels moeten marktdeelname mogelijk maken voor kleinere leveranciers van flexibiliteit, zoals energiegemeenschappen. Als op een aansluiting meerdere marktpartijen actief zijn moet er bovendien een standaard bestaan voor de afspraken over flexibiliteit zodat het niet van de welwillendheid van de partijen afhangt om tot overeenstemming te komen. Zo kunnen energiegemeenschappen een belangrijke bijdrage leveren aan de flexibiliteit op het elektriciteitssysteem.

Beloon de bijdrage aan een efficiënt en inclusief energiesysteem

Energiegemeenschappen moeten profiteren van de kostenbesparingen die zij realiseren voor het elektriciteitssysteem. Dat betekent dat wanneer energiegemeenschappen zorgen voor een lagere piek op het net, zij hiervoor via het nettarief of een aangepast aansluitcontract gewaardeerd worden. Zo wordt de verdere uitrol van 'positief netgedrag' door energiegemeenschappen gestimuleerd.Door lokaal energie delen een voordeel te geven met subsidies of aangepaste belastingheffing wordt dit versterkt en krijgt inclusiviteit een voordeel.

Borg belang en bescherming van de consument

Door de actievere deelname van huishoudens, het MKB en energiegemeenschappen verandert de traditionele hiërarchie in het energiesysteem. Maar er zullen nog steeds kleine en grote afnemers zijn, kleine en grote marktpartijen en tegengestelde belangen. Bescherming van de ‘kleine’ consument, waaronder keuzevrijheid, zal mee moeten ontwikkelen met de nieuwe verhoudingen. Naast een basis hiervoor in de wetgeving is aandacht vereist in de contracten die marktpartijen sluiten met deze consumenten. Een vanuit de overheid of toezichthouder te starten initiatief dat zich hierop richt is een noodzakelijke stap om dit mee te laten groeien in dezelfde snelheid als de energietransitie.

Begin snel, klein en degelijk

Komende jaren wordt een verdere toename van investeringen en deelname in het energiesysteem door huishoudens, lokale overheden en het MKB verwacht. Met energiegemeenschappen die energie delen en flexibiliteit leveren, is deze ontwikkeling in een efficiënte en inclusieve richting te sturen. Het snel en goed vastleggen van de principes voor energie delen en flexibiliteit leveren is daarom van belang. Wet- en regelgeving moet de afbakening van energiegemeenschappen zo invullen dat klein kan worden begonnen met de mogelijkheid tot uitbreiding naar grotere schaal. Hiermee kan de uitvoering van faciliterende, registrerende en administratieve zaken behapbaar en schaalbaar worden opgestart.

Dit artikel is een initiatief van TROEF (www.troef-energy.nl) en kwam tot stand met inbreng van: Sjoerd Kalisvaart (RUG), Lea Diestelmeier (RUG), Ceciel Nieuwenhout (RUG), Michiel Dorresteijn (Energy21), Aliene van der Veen (TNO), Eva Winters (TNO), Leon Straathof (Energie Samen), Peter Hermans, Job Swens, Emma Pik (DWA), Daan Rutten (TROEF/Entrnce), Jan Pellis (TROEF/Powerfolio).