Het TROEF project wordt gevormd door verschillende partners en organisaties. Wat is jouw rol precies binnen TROEF, en hoe kijk je daar tot nu toe op terug?
Ik ben werkzaam bij het Centre of Expertise Smart Sustainable Cities (CoE SSC), een team van professionals, docenten en onderzoekers en is onderdeel van de Hogeschool Utrecht (HU). Het CoE SSC team is aanjager en regisseur van activiteiten waarin professionals, onderzoekers, docenten en studenten met verschillende expertises samenwerken. Het uitgangspunt hierbij is toepasbare expertise met meerwaarde voor zowel de praktijk, het onderwijs als het onderzoek.
Vanuit CoE SSCben ik, samen met mijn collega Martijn Rietbergen, resultaatleider voor werkpakket 5 dat gaat over Key Performance Indicators en uniform experiment ontwerp. Werkpakket 5 is verantwoordelijk voor een uniform ontwerp van het onderzoek dat binnen TROEF plaats vindt. Het richt zich voornamelijk op het ontwerpen, borgen en evalueren van de project prestaties door het definiëren van project brede prestatie-indicatoren (KPIs), de benodigde meetmethode, datamanagement en impact evaluatie. Om het resultaat goed te evalueren moeten KPI’s overal op dezelfde manier worden gemeten en bepaald. Daarnaast hebben we de taak om de resultaten beschikbaar te maken vanuit de verschillende TROEF segmenten (residentieel, utiliteit en mobiliteit) en projectdeelnemers in een centrale database voor onderzoek, onderwijs en ontwikkeling. Dit stelt elke TROEF partner in staat om analyses te maken op basis van dezelfde data en informatie.
Werkpakket 5 werkt met alle TROEF segmenten daardoor heb ik het privilege om het TROEF concept en de beoogde impact echt te doorgronden voor alle segmenten: residentieel, utiliteit, mobiliteit en IoE. Het is dan ook een grote ontdekkingstocht en ik leer ontzettend veel over de complexe aard van energie flexibiliteit in Nederland. We hebben tot nu toe veel tijd gestoken in het definiëren van onze rol en het ontwikkelen van de KPI`s en zijn nu druk aan de slag om de vertaling te maken naar de TROEF proeftuinen. Als docent van de HU, ben ik ook overtuigt van de noodzaak dat (technische) studenten de innovaties en ontwikkel uitdagingen die energietransitie met zich meedragen ervaren in het onderwijs.
Welke concrete stappen, klein of groot, heb je tot nu toe gezet die je al met ons kan delen?
We hebben tot nu toe veel tijd gestoken in het definiëren van onze rol, het samenbrengen van verschillende disciplines met eigen vaktaal enhet ontwikkelen van de KPI`s. Hiervoor hebben we gekeken naar voorgaande projecten, deskresearch en(data)analysesom het TROEF concept en de beoogde impact voor de KPI`s door te rekenen. We hebben nu een goed beeld welke indicatoren relevant zijn voor TROEF en hoe we die meetbaar kunnen maken. De volgende stap is dit vertalen naar de TROEF proeftuinen.
Hoe zie je het komende jaar (2022) TROEF groeien en ontwikkelen?
De uitdaging voor werkpakket 5 in 2022 is vooral de KPI's te vertalen naar de proeftuinen waar we dit jaar mee aan de slag gaan. Het leuke van deze verdieping slag is dat het TROEF concept weer tastbaar een stap zet in de realisatie en ontwikkeling. Dit vraag dat wij op een fijner detailniveau afwegingen maken maar wel borgen dat deze keuzes in lijn zijn met het overkoepelende geheel.
Wat vind je het leukste of interessantste aan werken aan de energietransitie?
Wat ik het interessantste vindt aan de energietransitie is dat geen enkele partij, stakeholder of discipline het alleen kan oppakken. Het is iets waar we allemaal een rol en verantwoordelijk in hebben. De energietransitie vereist dat er op internationaal, nationaal en regionaal samengewerkt wordt om oplossingen te ontwikkelen voor de complexe vraagstukken die horen bij samen leven in een duurzame en slimme wereld. De verschillende stakeholders hebben er allemaal baat bij om de energietransitie te laten slagen. Dit vraagt dat we gezamenlijk de verantwoordelijkheid pakken om tegenstrijdige belangen te adresseren en oplossingen te ontwikkelen die niet alleen technisch, sociaal en economisch haalbaar zijn maar vooral schaalbaar zijn. De gebruiker van energie moet centraal staan en de waardes Betrouwbaarheid, Betaalbaarheid en Eerlijkheid moeten alle stakeholders volledig omarmen. Het TROEF project is hier mooi voorbeeld van. In TROEF staat die eindgebruiker centraal maar om de benodigde impact te hebben zal die eindgebruiker zich ook moeten verengingen in een Energiegemeenschap en een Energiegemeenschap weer met het Internet-of Energy.
Wie denk jij dat bij uitstek zou kunnen helpen bij de energietransitie/TROEF uitdaging en waarom?
Ik wil vooral benadrukken dat jongeren en studenten een cruciale rol hebben om de energietransitie te laten slagen. Het energie systeem is erg complex en verandert met de dag. Jongeren en studentenden met een frisse blik, Tech-Savvynes en out-of the box zijn nodig om de energietransitie te versnellen. Jongeren en studenten, draag bij gevraagd en ongevraagd en zet je in om de energietransitie te versnellen!